Toelichting op de balans

Bij de herziening van de grondexploitatie Doejenburg II per 1 januari 2024 was de verwachting dat de grondexploitatie in 2024 afgesloten werd. Er is vertraging opgelopen bij het woonrijp maken. Het afsluiten van de grondexploitatie is uitgesteld naar eind 2025.

In de raad van 19 november 2024 besloot de raad twee nieuwe grondexploitaties te openen. Voor beide grondexploitaties zijn in 2024 gronden gekocht. Beide grondexploitaties hebben een batig saldo.

In bovenstaande tabel is de verwachte eindwaarde (verlies) van grondexploitatie Doejenburg II per 31-12-2025 € 7.159.000. Als wij dit verlies terugrekenen (contant maken) naar balansdatum per 31-12-2024 is het verlies € 7.019.000.

In de bovenstaande tabel leest u ook de nog te maken kosten en nog te ontvangen baten die zijn geraamd op basis van:

• adviezen van extern deskundigen;
• taxaties;
• ervaringscijfers;
• vergelijkende cijfers.

In bovenstaande tabel zijn de verwachte verliezen van de grondexploitaties opgenomen. Het verwachte verlies van de grondexploitatie Doejenburg II is met € 68.500 toegenomen door het laten vervallen van een woonrecht (woning bij bedrijf) bij de herziening per 1 januari 2025. De grondexploitaties Het Woud in Ingen en Beusichem Zuid verwachten wij af te sluiten met een positief resultaat.

Hieronder staat een overzicht van de onderhanden projecten, het berekende resultaat per 31 december 2023 en 2024 en de geplande einddatum. In de paragraaf grondbeleid is een toelichting op de projecten opgenomen. De grondexploitatie Doejenburg II is per 1 januari 2024 herzien. De grondexploitaties Het Woud in Ingen en Beusichem Zuid zijn nieuw per december 0224.

Jaarlijks maken we per 1 januari een integrale herziening van de grondexploitaties. Dit is nog niet gebeurd voor Het Woud in Ingen en Beusichem Zuid. De herziening voor Doejenburg II per 1 januari 2025 is in mei 2025 vastgesteld in de raad.

Uitzettingen korter dan één jaar
De in de balans opgenomen uitzettingen met een looptijd van één jaar of minder kunnen als volgt
gespecificeerd worden:

In de tabel hierboven vind je de splitsing tussen vorderingen op openbare lichamen, rekening courant verhouding met het Rijk en overige vorderingen vloeit voort uit de richtlijnen van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV).

Op de balans is het saldo van schatkistbankieren met het rijk verantwoord onder "Rekening courant verhouding met het Rijk". Het saldo is per 31-12-2024 € 19.826.000. Dit saldo fluctueert mee met de behoefte aan liquide middelen. Voor een gedetailleerde uitleg en een verloopoverzicht van het schatkistbankieren verwijzen wij naar de toelichting onder liquide middelen.

De post “Vorderingen op openbare lichamen” kan als volgt worden gespecificeerd:

Ad a. De grootste afwijking zit in de vordering op de belastingdienst m.b.t. het Btw-Compensatiefonds(BCF). Alleen al op de reguliere aangifte zit een stijging van 1,4 miljoen (een stijging van 26%). De grove verklaring hiervoor is de stijging van het aantal compensabele facturen en prijsstijging voor deze posten.
Ad b. De afwijking heeft te maken met de dienstverlening op het gebied van ICT die wij verrichten. De factuur is na afloop van het jaar verstuurd.
Ad c. De afwijking heeft vooral te maken met de afrekening uitvoeringskosten 2021 die vorig jaar nog open stond. De vordering is in 2024 betaald.
Ad d. De afwijking heeft te maken met een nog te vorderen bedrag vanuit de algemene uitkering.
Ad f. De afwijking heeft te maken met een bijdrage vanuit centrumgemeente Nijmegen voor project Samen Dichtbij 2023. De vordering is in 2024 betaald.

De post “Overige vorderingen” kan als volgt worden gespecificeerd:

Ad Debiteuren algemene dienst
De openstaande posten van de algemene dienst 2024 bedragen per 19-03-2025 nog € 353.500.

Ad Voorziening dubieuze debiteuren
Deze voorziening is bedoeld om eventuele verliezen op oninbare vorderingen van de debiteuren van de algemene dienst op te vangen. Jaarlijks maken we een actuele berekening voor het risico dat we lopen met de openstaande debiteuren. Van deze debiteuren beoordelen we of ze dubieus zijn. Alle openstaande debiteuren zijn afzonderlijk beoordeeld op basis van invorderbaarheid en ouderdom van de vorderingen. Het saldo van de voorziening is op 31-12-2024 € 109.000. Dat is € 178.000 lager dan vorig jaar.
Het afgelopen jaar is extra aandacht besteed aan de openstaande vorderingen tot en met 2023. Dit heeft geleid tot meer ontvangsten. Door beide afnames neemt de verhouding hoogte voorziening vergeleken met de openstaande vorderingen algemene dienst toe van 9% naar 14%. Dit is niet zorgelijk, omdat de meeste vorderingen recent zijn en daarmee nog niet dubieus.

Ad Debiteuren Inwonerszaken Werk en Inkomen
Het debiteurenbestand voor de diverse uitvoeringsregelingen is op 31-12-2024 doorgelicht en gewogen voor terugbetaling van de vorderingen. Op basis van deze analyse gaan wij ervan uit dat een gedeelte niet wordt ontvangen. Hiervoor is een aparte voorziening debiteuren Werk en Inkomen ingesteld. In 2024 is het uitstaande bedrag aan vorderingen toegenomen. Dit komt hoofdzakelijk doordat er meer leenbijstand wordt verstrekt aan statushouders.

Ad Voorziening Dubieuze Debiteuren Werk en Inkomen
Deze voorziening is bedoeld om eventuele verliezen op oninbare vorderingen van de debiteuren van Werk en Inkomen op te vangen. Het saldo van de voorziening is op 31-12-2024 € 508.725, € 10.500 hoger dan voorgaand jaar. Voor de Participatiewet moeten we meer vorderingen als dubieus verklaren door de nieuwe termijn waarover schuldhulpverlening (WSNP) kan worden toegepast. Deze termijn is verkort van 36 maanden naar 18 maanden. Hiermee wordt de mogelijkheid om vordering af te betalen aanzienlijk beperkt.

Ad Debiteuren belastingen
Hierna volgt een specificatie van het verloop van de nog openstaande belasting debiteuren:

Voor de belasting debiteuren 2024 zijn de dwangbevelen in oktober 2024 verzonden. Het kohierbedrag in 2024 bedroeg € 11,7 miljoen. Van dit bedrag is per 31-12-2024 nog € 172.000 niet ontvangen.

Liquide middelen

Het saldo van de liquide middelen bestaat uit de volgende componenten:

Schatkistbankieren
Het verplichte schatkistbankieren is eind 2013 opgenomen in de wet Fido. Vanaf dat moment zijn wij verplicht om onze overtollige middelen in de schatkist aan te houden. Het drempelbedrag bedraagt 2% van het begrotingstotaal met een minimum van € 1.000.000. Wij hebben met de BNG vastgelegd dat we onze overtollige middelen boven het minimum dagelijks automatisch afromen naar een bankrekening van het Rijk. Hierdoor voldoen wij automatisch aan onze verplichting om af te romen. Voor overige informatie zie ook de paragraaf financiering in het jaarverslag. Het BBV verplicht ons om in een overzicht per kwartaal van het verloop van het banksaldo te maken. Daarmee wordt zichtbaar of er al dan niet sprake is van overtollige middelen en over- of onderschrijding van het drempelbedrag.

Dit wordt in de volgende tabel weergegeven:

Toelichting Overlopende activa

De post overlopende activa ziet er als volgt uit:

Het saldo voor de vooruit ontvangen overheidsbijdragen is 0 en dus is de tabel hieronder niet van toepassing.